10 augustus, 2023
Algemeen

Van ’t Kofschip naar kofschiptaxietje: regel en uitleg

Je kunt t kofschip of kofschiptaxietje gebruiken als je twijfelt over de spelling van de verleden tijd van werkwoorden of over het voltooid deelwoord. Schrijf je een d of een t ? Het is vaak lastig omdat je het verschil tussen een d of t niet hoort. Er is een ezelsbruggetje bedacht, nl ’t Kofschip. Werkwoorden worden vervoegd in verschillende tijden, zoals de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide tijd. Elke tijd heeft zijn eigen vervoegingspatroon. Met ’t kofschip te gebruiken als ezelsbruggetje kun je controleren dat de verleden tijden hij schepte en hij vulde juist zijn. De p van scheppen zit namelijk in ’t kofschip’ de l van vullen niet.

Omdat er tegenwoordig zoveel Engelse woorden in onze taal voorkomen die eindigen op een andere klank, is het ezelbruggetje aangepast naar kofschiptaxietje.

Van ’t kofschip naar kofschiptaxietje

Steeds meer komen Engelse woorden voor in de Nederlandse taal. Daarom is het ezelsbruggetje ’t kofschip uitgebreid naar kofschiptaxietje. Deze uitbreiding neemt namelijk ook de x en de (t)sj-klank mee. Verleden tijden van de werkwoorden, faxen – ik fax – gefaxt, crashen – ik crash – gecrasht en racen – ik race – geracet, kunnen we met ezelsbruggetje kofschiptaxietje  controleren.

Maar hoe zit het dan met het woord: geliket? Het Engelse woord heeft een ‘stomme e’ in de stam. Voor Engelse woorden geldt dat we uitgaan van de stam, en deze eindigt op een k. De k zit in het woord kofschiptaxietje. Nog wat voorbeelden van Engelse woorden zijn: Shaken – shake – zij shakete- zij heeft geshaket. Skypen – skype – zij skypete – zij heeft geskypet of daten – date – hij datete – zij heeft gedatet en updaten – update – hij updatete -zij heeft geüpdatet

De ruwe stam van het werkwoord?

Om werkwoorden te vervoegen, moet je vaak de stam van het werkwoord vinden. De ruwe stam is het deel van het werkwoord dat overblijft als je de infinitief (het hele werkwoord) ontdoet van de uitgang (-en). Bijvoorbeeld, de stam van “lopen” is “loop.” De stam van “worden” is “word”, de stam van “houden” is “houd”, de stam van “draaien” is “draai”, enz.  Je zou ook kunnen zeggen dat de ik-vorm de stam is, maar er is stiekem een verschil: de stam is alleen een hulpmiddel dat je in gedachten gebruikt om te vervoegen. Want, om het ’t kofschip te gebruiken nemen we de onbewerkte stam oftewel de ruwe stam.

De bromvliegzwaan?

Als de ruwe stam op één van de medeklinkers d, b, r, m, v, l, g, z, w en n eindigt, komt er in de verleden tijd -de of -den achter. Zoals brand – brandde en schrob – schrobde en veeg – veegde. Als de ruwe stam van een werkwoord eindigt op v of z (zoals [beloov] en [suiz]), schrijf je f of s aan het einde van die stam. Maar weer even terug naar de ruwe stam: De v komt niet voor in ’t kofschip. De juiste verleden tijden zijn dus beloofde en suisde

Werkwoordsvorm

Werkwoorden hebben verschillende vormen voor elke persoon, tijd en aantallen. Bijvoorbeeld, voor het werkwoord lopen in de tegenwoordige tijd: ik loop, jij loopt, hij/zij/het loopt, wij/jullie/zij lopen. Wanneer we de stam in een werkwoordsvorm met -en schrijven, dan wordt de f weer een v en wordt de s weer een z: (we) beloven, (ze) verhuizen, (jullie) omhelzen enzovoort.

Sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden in het Nederlands

Het Nederlands kent van oudsher twee types werkwoordvervoegingen: het sterke werkwoord (lopen, liep, gelopen) en het zwakke of regelmatige werkwoord (wandelen, wandelde, gewandeld). Een derde type werkwoord heeft een onregelmatige vervoeging: ze zijn niet van oorsprong sterk, maar ze hebben ook geen regelmatige zwakke vervoeging. Een voorbeeld uit de laatste categorie is zeggen, zei, gezegd. Regelmatige werkwoorden volgen een voorspelbaar vervoegingspatroon, terwijl onregelmatige werkwoorden hun eigen unieke vervoegingen hebben die niet volgens een vast patroon verlopen. Vervoeging van werkwoorden kan soms complex zijn vanwege de vele uitzonderingen. Het is belangrijk om te oefenen en vertrouwd te raken met de verschillende vormen en tijden om correct en effectief te kunnen communiceren in het Nederlands.

Heb je behoefte om eens goed de “puntjes op de i te zetten”? Neem contact op met International Language Centre en bespreek de mogelijkheden voor jezelf of voor je organisatie. Het volgen van een ‘Zakelijk Nederlands‘ cursus kan verhelderend werken en bijdragen aan een betere en effectievere communicatie. Naast 20 vreemde talen biedt ILC ook diverse taalcursussen Nederlands aan. Bijvoorbeeld een grammaticale opfriscursus, schrijfvaardigheidscursus en spreekvaardigheidscursus, deze verzorgen we ook aan Nederlands sprekende deelnemers. Een taalcursus Nederlands wordt perfect afgestemd op het leerdoel dat voorafgaand besproken wordt tijdens een persoonlijk intakegesprek met de taaltrainer.

 

Mis nooit een onderwerp, schrijf in op de nieuwsbrief:

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.